In de voortent

fietsverkeerslichtIk steek met de fiets de rijksweg over, het is groen. Verderop de betonglazen bolwerken van de financiële sector. Groepjes kantoormensen komen mij tegemoet, hun vaste wandelroute  tussen de middag. In het voorbijgaan hoor ik een van hen zeggen: “Toen heb ik gevraagd of er Nederlanders waren, zodat ik in hun voortent kon slapen.” Ik verzink in diep gepeins. Wat kon er gebeurd zijn?! De persoon in kwestie zag er niet uit als een fantast. Jaar of veertig, bruin suèdejack, iets van een snor, binnen de perken gebleven montuur. Wat was deze programmeur, office manager, controller, in godsnaam overkomen? Mijn gedachten slaan op hol, ik kan ze amper bijhouden. Midden in de nacht half bewusteloos aangekomen op de camping in Forcalquier, na een apocalyptische autorit op zwarte zaterdag over de Route du Soleil? Ruzie met zijn vrouw? Slachtoffer van tentdiefstal? Skottelbraaifetisjist? Zijn tent te dicht bij de aanzwellende zijtak van de Luberon…? En waarom per se bij Nederlanders? En vrágen of er Nederlanders zijn, op een camping in Zuid-Frankrijk?! Het zweet breekt mij uit, ondanks de schrale tegenwind. (Ik moet denken aan Gerard Reve, die jarenlang bleef tobben nadat hij ooit een vrouw in een portiek tegen haar buurvrouw had horen zeggen “Veel groente en weinig aardappels, dat eet niet lekker voor een man.”)

Plaats een reactie